you can find this page online at www.marijeverbeeck.nl/index.html
skip to content

Volledige biografie

Er zijn weinig gebieden waar een mens zich zo individueel uitdrukt als in zijn levensverhaal. Maar het zijn kwetsbare verhalen. Herinneringen zijn gevoelig voor vervorming en een prooi voor vergetelheid. Gelukkig zijn herinneringen vaak terug te halen en te verlevendigen. Eenmaal goed op dreef komt er meer terug dan je had verwacht.
Maar hoe zat het met de volgorde? Hoe selecteer je uit al dat materiaal? Wat wil je laten zien, hoe wil je dat laten zien, voor wie schrijf je, wat verzwijg je, wat benadruk je, wat noem je terloops? Het proces dat leidt tot een volledige biografie kost tijd en energie. De ervaring leert dat als de motivatie krachtig genoeg is, er vele wegen naar zo’n boekwerk leiden.

Mijn rol als biografe kan bestaan uit:
Begeleiden bij het opdelven van herinneringen
Structureren; een bouwplan maken
Schrijven van de hele tekst op basis van interviews
Redigeren van klaarliggende manuscripten

Een voor iedereen vrijblijvend, verkennend gesprek is altijd het vertrekpunt.


Voorbeeldtekst volledige biografie, fragmenten

man, psychiater, 83 jaar

“Met de studie vlotte het niet erg. Ik had spijt van mijn keuze voor geologie want ik begreep dat je dan in verre landen naar olie en erts moest zoeken en dat stond me helemaal niet aan, ook het reizen niet. Dus werd het toch geneeskunde. De propedeuse was stomvervelend. Voornamelijk plant- en dierkunde en wat natuur- en scheikunde. Het ergste was de vivisectie van kikkers. Je schafte je een snijdoos aan en moest zo’n beest op een plankje vastspijkeren en via een sneetje in zijn achterhoofd met een staafje zijn grote hersenen vernielen. En dan kon je bepaalde reflexen aan de poten bestuderen. Stel je zo’n twintig studenten voor, hannesend met hun kikkers, sommigen lukt het beter dan anderen. Daarna met afgesneden pootjes verder experimenteren. Dit alles onder leiding van ouderejaars biologie studenten, die medicijnenstudenten maar tweede garnituur vonden. Later: ik lig thuis in mijn opklapbed en slaap in. Dan klinkt hard mijn naam: DICK! Ik schrik wakker en kijk in het schemerig licht om me heen. Naast het voeteneind van mijn bed zit een kikker van reusachtige afmetingen. Zeker zo groot als een mens maar veel volumineuzer. Hij heeft grote ogen en een grote bek en is zeer, zeer toornig. Zonder woorden hoor ik aan wat ik aan zijn soortgenoten misdreven heb. Ik toon berouw en beloof het zoveel mogelijk goed te maken. Dan is het over. De volgende ochtend zit het me nog in de botten. Ik word direct lid van de vereniging tegen vivisectie met dieren en dat ben ik tot op de dag van vandaag. Ik beperk mijn boetedoening weliswaar slechts tot het betalen van contributie, maar houd dat toch al drieën zestig jaar vol. Misschien vergeeft hij mij.”


vrouw, remedial teacher, 67 jaar

“Maandag was wasdag. We hadden gigantische bergen was, die stond te koken in wasketels. Het hele huis stonk er naar. Daarna kwam het grootste werk: het spoelen, echt verschrikkelijk, je handen gingen eraan kapot. Daarna moest de was door de wringer. We kregen maar één maal per week een schone onderbroek, en gingen ééns per week in bad. Zo was het. Maar de lakens moesten wel gestreken. Door de kolenkachels was er veel stof in huis aan het eind van de winter dus in het voorjaar was het altijd raak met de grote schoonmaak. Iedereen liep dan met doeken om het hoofd. Witten hoorde er ook bij. Alle kasten moesten leeg; je kon nergens meer zitten.
Ma was altijd bezig met het huishouden, er werd bijvoorbeeld iedere dag gestoft. Ze wilde het in orde hebben. Ze was beslist geen superhuisvrouw, maar het huishouden was veel meer werk dan nu. Bovendien was ma niet zo praktisch, ze was meer een gevoelsmatig en creatief mens. Ze zat gevangen in wat er allemaal moest in haar tijd. Wij meisjes leden daar ook nog onder: we moesten vaak sokken stoppen en kleding verstellen. De vier jongens: de begaafde zoon, de vrolijke en makkelijk zoon en de onopvoedbare tweeling, werden ontzien.”


Vrouw, hoteleigenaar, 65 jaar

“Vanaf het moment dat ik me bewust ben van mijn omgeving heb ik gezien en gevoeld dat mijn ouders een slecht huwelijk hadden. Ik herinner me hevige ruzies en vechtpartijen. Toen mijn broer werd geboren en we met hem thuiskwamen uit het ziekenhuis waar hij ter wereld kwam was er geen feeststemming. Mijn ouders hadden zelfs toen een vreselijke ruzie. Ik kromp er helemaal van in elkaar. Gedurende mijn jeugd wilde ik altijd ergens anders zijn.
Toen ik drie jaar was wilde mama haar man en kinderen graag op de foto maar papa vond het te duur. Hij klaagde vaak dat ‘kinderen toch al zo duur waren’. Ik stond op de gang in mijn pyjamaatje en hoorde het aan. Dit heb ik meegenomen als dé boodschap van mijn jeugd: ‘Ik mag er niet zijn want ik ben te duur’. Mama kreeg uiteindelijk wel haar zin, want de foto’s heb ik nog steeds. Ik moest bij mijn vader op schoot en op die foto zie je hoe we allebei met een scheef gezicht de camera in kijken. Papa schaamde zich vermoedelijk en ik wilde niet bij hem op schoot. Er is ook een foto van mij alleen genomen en die staat op mijn nachtkastje. Ik kijk er vaak naar en geef op deze manier het kind dat ik was de erkenning dat het verdiende maar niet kreeg. Het was een zeer cruciaal moment in mijn leven. Ik nam nog geen afscheid van mijn ouders, maar vergrootte op die leeftijd wel heel bewust de afstand tot hen.”


back to top