Het verslag van een gedenkwaardige gebeurtenis. Een moment in je biografie dat je wil uitvergroten en op zichzelf een geheel is. Een geschreven verslag raakt vaak net een andere laag dan eventuele foto’s en filmpjes. Onderwerpen zijn talrijk. Een zwangerschap. Een ziekteproces. Een pelgrimstocht. Iets waarvan je wil dat anderen erover kunnen lezen, zoals in de voorbeeldtekst. Het kan een feitelijk verhaal worden, of ook vertellen wat je eraan beleefde.
Een goede gewoonte?
De vrouw ontkleedt zich haastig, gaat op haar rug liggen en spreidt haar benen... Ah, zo’n verhaal, denk je. En daar gaat het precies om, dat je denkt dat het zo’n verhaal is.
Met een plof valt de post op de mat. Nietsvermoedend open ik de envelop van de nationale gezondheidsdienst. De inhoud maakt mij niet blij. Ik heb al vaker een uitnodiging voor dit onderzoek gehad en er ook braaf gehoor aan gegeven, zoals iedere verstandige vrouw dat hoort te doen. Maar ik ben voorlopig banger voor het onderzoek dan voor de baarmoederhalskanker. Ik bekijk de begeleidende folder die zich als een stripverhaal laat lezen. Vrouw komt bij mannelijke dokter, geeft hem een hand, ontkleedt zich van onderen, gaat wijdbeens op de tafel liggen, de dokter verricht onzichtbaar een medische handeling, de vrouw kleedt zich weer aan, geeft de dokter een hand en gaat naar huis. Iedereen gelukkig. Dank je de koekkoek.
Ik schijt ervoor in mijn broek. Toch dwing ik mezelf om erheen te gaan. Ik moet me niet aanstellen, die man heeft al vaker vagina’s gezien en het is een medische situatie. Ik moet van mezelf omdat ik er bang voor ben en ik vind dat ik dat moet afleren. Bij de dokter moet ik lang wachten; hij heeft het druk. Eindelijk ben ik aan de beurt en als blijkt waar ik voor kom zegt hij tot mijn grote vreugde: “Dit soort onderzoekjes kan de assistente ook doen, heeft u daar bezwaar tegen?” De assistente is bijna vanzelfsprekend een vrouw. Ik verberg mijn vreugde en verzeker de dokter dat het mij niets uitmaakt. Waarom doe ik alsof? Ik heb het gevoel dat als ik dat niet doe ik mijn concentratie verlies en het gevoel toelaat. De assistente probeert me op mijn gemak te stellen, wat ik waardeer. Ik doe snel mijn broek met onderbroek en al uit. Sokken heb ik niet aan gelukkig. Speculum gaat onder de warme kraan, wat ik attent vind, maar wat geen verschil maakt. En dan moeten de benen wijd. Daar lig ik voor de gieren geworpen. Ze zet er een 150 watts lamp op die warm schijnt. De assistente doet mijn schaamlippen (wat een toepasselijk woord ineens!) uit elkaar. Ik ben blij dat het geen geluid maakt. Ze zet de punt van het speculum als een boor op mijn middelpunt der aarde en duwt. Het lauwe staal glijdt naar binnen tot het niet meer verder kan. “Nu even ontspannen”, zegt ze vermanend. Ik doe mijn best en laat mijn adem ontsnappen. Dan het krik-krak geluid van een zich verwijdend speculum. Het doet geen pijn maar toch is het heel onaangenaam want het tocht en er komt licht waar volstrekte duisternis hoort te zijn. Nu komt er even een vervelend gevoel zegt ze. Nu pas? denk ik. Met een pincet met twee scherpe tanden probeert ze mijn baarmoedermond te pakken te krijgen. En daar begint het gedonder want het lukt haar niet. Van mijn vroedvrouw weet ik dat mijn baarmoeder gekanteld is en dat zeg ik. “Ja dat is het punt ook”, zegt ze. “Ik zal toch de dokter erbij moeten halen want ik kan dit niet.” Ze trekt het speculum eruit en verlaat de onderzoekkamer. Nou moet de hele procedure over, shit!
Ik probeer me voor te bereiden maar voel dat ik niet veel weerstand meer heb, misschien nog vijf minuten. Ik lig half naakt op de onderzoekskamer, die niet op slot is. Er komt niemand. Na een tijdje ga ik maar zitten ik voel me uiterst idioot. Ik heb de neiging om mijn broek weer aan te trekken. Juist als ik besluit om dat te doen komt de dokter binnen. Gehaast. Gestresst. “Liggen jij”, zeggen zijn ogen. “Benen wijd”, gebaren zijn handen. “Hier met die lippen en hopla met de eendebek. “Ontspannen aub.” Krikkrak. “Zeg assistente, deze baarmoeder is gekanteld en dat doe je zó:” Hij maakt een fors gebaar. Geen succes. Ik hoor hem in gedachten vloeken. “Ik zal die baarmoeder te pakken krijgen, of ze nou wil of niet.” De tranen beginnen over mijn wangen te stromen, maar ik maak nog geen geluid. Laat dit gauw voorbij zijn. Een enorme duw naar binnen doet het hygiënische papier onder mijn lijf kraken. “Hebbes”, zegt hij. Nu begin ik hoorbaar te huilen. De dokter handelt de procedure snel af en vraagt oprecht verbaasd of het zo’n pijn doet. Hevig snikkend schud ik van nee en ik voel me een ongelooflijk domme aanstelster.
Natuurlijk wilde de dokter weten waarom. Als een moderne dokter wou hij het uitpraten wat ik nou juist niet wil. Een moderne (normale) vrouw schijnt hier tegen te moeten kunnen. Waarom doe ik hier in godsnaam aan mee? De dokter zegt tegen mij dat als het zo belastend is ik niet meer hoef te komen voor dit onderzoek. Ik ben een monogame veertiger en loop daardoor weinig risico. Had ik dat eerder geweten!
Over vijf jaar zien we wel weer.